Nadat we ons huis op Haveneiland-West, IJburg, eindelijk hadden verkocht, had ik even de illusie dat ik in deze vinexwijk wilde blijven wonen. Inmiddels had ik er 15 jaar gewoond.
Als een van de eerste bewoners van IJburg zag ik dat de wijk binnen no time afgleed, terwijl deze nog niet eens tot bloei was gekomen. In 2008 was ik er getuige van dat hele straten vanuit Nieuw-West, waar mijn schoonfamilie destijds hetzelfde blok bewoonde als dat van Mohammed B., werden overgeplaatst naar de ‘exclusieve’ wijk Amsterdam-IJburg. Toen ik de schotels aan de gevels van een pas opgeleverd blok in onze straat zag verschijnen, was het eerste wat ik dacht: dit is nieuws. Ons was in glanzende brochures het keurige Amsterdam-Buitenveldert voorgeschoteld en het werd achterstandswijk Amsterdam-Slotervaart. Sindsdien deed ik op mijn blog van deze onzalige ontwikkeling verslag. Het nieuws over het verval van vinexwijk Amsterdam-IJburg werd echter door het merendeel van de MSM genegeerd. Toen ik een ‘journalist’ van IJburg TV wees op de vele inbraken aan de IJburglaan, zei hij dat dergelijke zaken niet zijn business waren.
Steen door mijn ruit
Van een wereldvreemde journalist van RTL, met spierwitte sneakers, mocht ik in een reportage het woord ‘Marokkanen’ niet zeggen. Een journalist van de Vlaamse omroep VRT liep geheel onvoorbereid met me de door de wijk. Erna werd ik aan de schandpaal genageld door de lokale omroep AT5. Ik vermoedde dat de journalist van VRT niet onpartijdig was geweest en contacten had gehad met Nederlandse media. Eerdere reportages van journalisten vanuit de hele wereld, waaronder Zweden, Japan, Canada, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, die me in verband met de verkiezingen van 2017 in de wijk hadden geïnterviewd, waren de Nederlandse pers namelijk geheel ontgaan.
Enige jaren erna riepen een voormalige IJburger en ik een besloten Facebookgroep in het leven over de andere kant van IJburg, ongecensureerd, op advies van een medewerker van FvD-Amsterdam. Ik kreeg een steen door mijn ruit, een doodsbedreiging en ik vermoedde dat ik als ‘burgerjournalist’ in IJburg de georganiseerde misdaad op het spoor was, die zich met name in de avond en de nacht in de wijk manifesteert. Deze drugscriminaliteit hing, zo dacht ik, onder andere samen met de verdenking van ondermijning bij een tabakszaak aan de IJburglaan, die begin 2022 op last van de burgemeester van Amsterdam was gesloten. Dit enige Postnl-punt van de wijk was van de ene op de andere dag dichtgetimmerd. Niemand wist waarom. De eigenaar en zijn gehoofddoekte vrouw ontvingen alle steun vanuit de wijk. Hij zou een hardwerkende ondernemer zijn, die geheel ten onrechte door de overheid was gestraft, nadat er bij zijn zaak een steen door de ruit was gegaan en er brand was gesticht. Enkele weken na de sluiting ging de tabakszaak weer open.
Intimidaties in en bij AH IJburg
Op de site ‘rechterlijke uitspraken’, die ik geregeld bezoek, las ik dat de eigenaar van de tabakszaak werd verdacht van ondergronds bankieren, ofwel ondermijning. Ik keek naar nabij gelegen zaken en het verbaasde me niets. Enkele ervan hadden, net als de tabakszaak, een steen door de ruit gekregen.
Even nadat ik de eigenaar van de getroffen tabakszaak bij winkelbezoek had gevraagd of zijn nering definitief open was, werd ik in AH IJburg door twee criminelen geïntimideerd; een Marokkaanse man met paarse zonnebril en een zwarte man met gouden tanden, die beiden superduur waren gekleed. Het bleek dat de mij onbekende mannen mij wel kenden. Ze verwezen. terwijl ze me intimideerden, naar een bewoner van IJburg, die inmiddels werkzaam was bij gemeente Amsterdam en eerder had geprobeerd me te laten vervolgen voor smaad en laster. Deze zaak was na een jaar gelukkig geseponeerd. Het kwam me dan ook voor dat deze ambtenaar van de gemeente Amsterdam contacten had met de georganiseerde misdaad. Kennelijk had hij zijn vriendjes ingeschakeld om me te bewegen mijn blog dat schadelijk was voor zijn carriere te verwijderen. Als dit waar was, was dit beslist nieuwswaardig. Na deze intimidatie vertrokken de twee creeps met hoge snelheid in een dure zwarte bolide. Het incident was heel onwerkelijk; alsof ik een rol had gespeeld in een door hen geregisseerde B-film.
Politie Amsterdam, gemeente Amsterdam en Het Parool heb ik onmiddellijk over dit incident geïnformeerd. Anders dan bij de politie en gemeente, kreeg ik bij geroemde misdaadjournalisten van de lokale krant geen enkel gehoor.
Toen ik enkele tijd erna in de sociale media opnieuw aandacht besteedde aan criminaliteit in de wijk stond een mij onbekende in het zwart geklede Marokkaanse man me bij AH IJburg op te wachten. Terwijl ik hem passeerde, noemde hij mijn naam en huisnummer.
Intussen heeft de schimmige zaak aan de IJburglaan een andere eigenaar en is de winkel vrijwel leeg. Het is volstrekt duister wat er zich afspeelt. De voormalige eigenaar bezoekt de zaak nog steeds.
Afgezien van dat een koophuis in IJburg voor mij inmiddels te duur is, is het tijd dat ik uit de wijk vertrek.