Het was een zonnige zondag, heerlijk weer voor een wandeling door de Wijk zonder Scheidslijnen. Via de haven van IJburg zouden we naar de brede Pampuslaan lopen. Bij restaurant NAP zaten mensen bij het raam. Bij Dok 48, even verderop, waren de deuren dicht. ‘Zie je dat?’, vroeg ik en ik wees naar de ijzeren toegangsdeur met braakschade. ‘Zou het verse schade zijn?’ We konden het de eigenaar, die afwezig was, niet vragen. Café Ed was dicht met heldere waarschuwingen van camerabewaking voor het raam. We vervolgden onze weg. Vanaf het IJsselmeer stond een stevige wind, die zich op de Pampuslaan onverbiddelijk deed voelen. We passeerden een ijssalon. Bij avondwinkel Midnight IJburg bleef ik staan. De zaak was gesloten en ik wees naar de vernielde glazen toegangsdeur, die inmiddels was dichtgetapet. Het was verse schade. ‘Ziet er uit alsof criminelen hebben geprobeerd binnen te komen’, zei ik en we liepen verder.
We passeerden de Turkse supermarkt ‘Multi Tokorien’ en het duistere IJburg-college. Er hingen plakkaten met camerabewaking voor de ramen. We vervolgden onze weg. Op de IJburglaan luwde de wind wat. Een vrolijk zonnetje scheen nog steeds. ‘Zie je dat?’, vroeg ik en ik wees naar twee salafistische moslims van een jaar of twintig die, gekleed in traditioneel islamitische outfit, naast het fietspad ter hoogte van het Turkse restaurant Mesken het gebed deden. Het was drie dagen voor de gruwelijke aanslagen in Parijs op de redactie van Charlie Hebdo en een Joodse supermarkt, door drie home-grown salafische moslims, die in een moskee in de lichtstad waren geradicaliseerd en hadden gehandeld in naam van Al Qaida en ISIS. ‘Een provocatie’, zei ik. Mijn zonnige stemming was alweer geheel verdwenen. We liepen verder en passeerden het huis van een Wilders-stemmer die bij verkiezingen steevast posters van Geert Wilders voor het raam hing met aan de overzijde de pas geopende, tweede islamitische slagerij van IJburg alweer.
Toen ik diezelfde week navraag deed bij de eigenaar van Dok 48, bleek dat de braakschade binnenkort zou worden hersteld. Enkele jongeren van IJburg waren in juni 2014 de zaak binnengedrongen en hadden in drie minuten behalve de laptop de kas buitgemaakt. Toen ze erna hadden geprobeerd in te breken bij Bakkerij Lia aan de Pampuslaan, waren ze op heterdaad betrapt en aangehouden. De zaak was recent voorgekomen. ‘Ach ja, het is een buitenwijk van Amsterdam’, zei de eigenaar gelaten, de standaardreactie op criminaliteit in IJburg. ‘Maar die criminele jongeren komen van IJburg zelf …’, zei ik. ‘En dat is verontrustend … dat IJburg een buitenwijk van Amsterdam is, is juist een risico’, vervolgde ik. Buitenwijken van grote steden waren vaak slechte wijken, die geteisterd werden door criminaliteit. ‘Je leest er niets over in de media. Het wordt hier onder de pet gehouden’, zei ik.
Even verderop bij Midnight IJburg, aan de Pampuslaan, bleek dat de schade aan de avondwinkel het gevolg was van een poging tot inbraak. Door vuurwerk aan de glazen deur te plakken, hadden twee jongeren geprobeerd binnen te komen. De eigenaar van de winkel vertelde van de vele criminaliteit aan de Pampuslaan, ook in de afgelopen tijd. Hij had geen aangifte gedaan van de poging tot inbraak; hij was het vertrouwen in de politie inmiddels geheel verloren. ‘Het gaat hier naar de klote’, zei hij. Ik knikte en geloofde hem zo.
Zondag 11 januari 2015 door Xandra Lammers