Glanzende schil rondom rottende Vinex-vrucht

Stinkend afval, Haveneiland-West, IJburg

Via een onttakelde brug op Haveneiland-West, die oogt als in een oorlogsgebied, wandelen we langs de zelfbouw aan de Bert Haanstrakade. Dit is het enige goede deel van het Haveneiland, zonder de sociale huizen voor grote (probleem)gezinnen. Het is er stil. De zon schijnt maar de kade ligt in de schaduw. Er is geen horeca te bekennen ondanks de mooie locatie, met zicht op het weidse IJmeer en Durgerdam. Ik denk aan een ambtenaar van de gemeente Amsterdam, die me jaren geleden alweer tijdens een verjaarspartijtje bij een bevriend stel wreed uit de droom haalde. Vinex-wijk IJburg was sinds enige tijd niet meer hot voor de gemeente Amsterdam. De Noordelijke IJ-oevers waren dat inmiddels. Die waren immers op het zuiden gelegen anders dan Amsterdams jongste uitbreiding IJburg, die gericht was op het noorden.

Toch leek de gemeente op dit noordelijke stukje IJburg wel haar best te hebben gedaan. Er waren bloemperken. De inrichting van de kade oogde netjes met een mooi fiets- en voetpad.

Na een tijdje slaan we linksaf de wijk in richting Winkelcentrum IJburg. We passeren de containerflats voor Syrische statushouders. In het speeltuintje zie ik moeders, van wie enkelen met hoofddoek, met kinderen. Rechts is een straat waar veel grote Marokkaanse gezinnen zijn gehuisvest vanuit Nieuw-West. Een salafistisch geklede man met baard komt me tegemoet. Onze blikken kruizen elkaar, die van hem spreekt boekdelen. Wij zijn nu dan nog in de minderheid, maar hieraan zal snel een einde komen, lijkt hij te zeggen. We wandelen via het noodlijdende eveneens in de schaduw gelegen Joris Ivensplein, waar het door Marokkaanse crimineeltjes kapot geslagen raam van de biologische super sinds de inbraak van november 2018 nog steeds niet gerepareerd is. IJburg heeft een upgrade nodig, zegt een bewoner van het eerste uur me even erna voor de supermarkt. De zaterdagmarkt op het plein wil maar niet tot leven komen; de kippenboer en visboer zijn er al verdwenen. De markt trekt geen kapitaalkrachtig publiek.

Als we teruglopen, klinkt er vuurwerk, een dagelijks terugkerende ritueel. Het lijkt erop dat ‘we’ worden weggepest. Het verkeerd aangeboden afval stinkt ons tegemoet. In ons gemengde blok is een pas geschilderde blauwe muur beklad met zwarte graffiti. Ik herken deze van de oude wijk van mijn schoonouders in Amsterdam Slotervaart. De graffiti oogt weinig artistiek. Dat kunnen ze ook al niet, denk ik. Wat wel? Laat ze lekker in hun ‘eigen’ wijken blijven. Door de socialistische heilstaat Wijk zonder Scheidslijnen lijkt deze gemengde Vinex-wijk inmiddels op een rottende vrucht met een glanzend randje; niet toevallig het enige deel waar de gemeente Amsterdam de ideologische wijk niet heeft doorgevoerd.

Geef een reactie