Afgelopen woensdag werd in het duistere IJburg College een debat gehouden over verbinding in IJburg. Het debat was georganiseerd door stadsdeel Oost naar aanleiding van de aanslagen door Islamitische Staat (IS / ISIS) in Parijs van 13 november 2015, waarbij 30 mensen in koelen bloede werden vermoord.
Vóór het debat had ik mensen gesproken die het hele debat een aanfluiting leek. ‘Verwacht je er iets van dan? Ik geloof niet in zulke debatten’, was de reactie.
Een bewoner van IJburg, opsteller van een brief aan het bestuur van de moskee in IJburg en het stadsdeel naar aanleiding van mijn blog ‘Vreemde tekens in IJburg’, dat werd opgepikt door de website GeenStijl, zou zitting nemen in een panel, waarvan onder andere ook het bestuur van de moskee deel uitmaakte. Indertijd waren er contacten van de moskee geweest met de radicaalislamitische Partij van de Eenheid, die zich voor IS had uitgesproken.
Een kwartier voor aanvang kwam ik bij het IJburg College aan. Er stond een grote groep jongeren bij de ingang. Een vrouwelijke medewerker hield een oogje in het zeil.
Ik begaf me naar de zaal, met zwarte doeken bekleed, op de begane grond, waar het debat werd gehouden. Ik werd begroet door mensen van het stadsdeel en ook de politie was aanwezig. Dat laatste was een geruststelling.
‘Dag Xandra!’, zei een Marokkaanse man met een donkere bril, hij bleek de voorganger van de moskee te zijn.
‘Ik was op de open dag van uw moskee’, zei ik, ‘maar u heb ik niet gezien.’
‘Ik was net even in de kelder toen u kwam …’, zei de man. ‘Wij van de moskee zijn allemaal gestudeerde mensen, ingenieurs, artsen, juristen’, vervolgde de man. ‘U schrijft dat ik een salafist ben, maar ik werk bij het GVB …’
‘Waarom hebt u geen website meer?’, vroeg ik hem. Naar verluidt was de website van de moskee naar aanleiding van ‘negatieve’ media-aandacht uit de lucht gehaald.
‘We zijn gehackt en hebben bedreigingen gekregen’, antwoordde hij.
‘En hebt u contact met mensen van de kerk?’, vroeg ik.
‘Met meneer Visser wel … Een goede man’, antwoordde hij tevreden.
‘Waarom doet u niet zoals de kerk, open ramen zodat je naar binnen kunt kijken? Op zondag zenden ze de diensten uit, volkomen transparant.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Die nieuwe kerk heeft zwarte doeken voor de ramen …’, antwoordde hij.
Ik was er die dag nog langs gefietst en had een grote kerstboom voor het raam van River Amsterdam gezien.
Het debat werd geleid door een columniste van Trouw. Ineens hoorde ik mijn naam vallen, een vertegenwoordiger van de moskee beklaagde zich openlijk over de berichtgeving van ‘mevrouw Lammers’.
‘Ken jij die man?’, vroeg een ambtenaar van stadsdeel Oost naast me.
Ik schudde het hoofd.
Even erna herhaalde een panellid, voorzitter van het bestuur van Moskee IJburg, de klaagzang over ‘mevrouw Lammers’.
Eerder had ik het woord gekregen en gezegd dat ik graag zou zien dat de moskee zich transparant opstelde, met een website en ramen waar je naar binnen kunt kijken. Ook vertelde ik van de vlag van het kalifaat die ik op Haveneiland-Oost had zien hangen. Ik had me afgevraagd of hiervoor misschien een voedingsbodem was in IJburg.
In het videoverslag van het plaatselijke medium IJburg TV, dat goede contacten onderhoudt met de corporaties en het stadsdeel, en wordt ingeschakeld om de ‘successen van IJburg’ te delen, waren mijn opmerkingen weg gecensureerd, vertaald als ‘angst’. In tegenstelling tot het verhaal van een moslima die zei dat ze bang was, waarvoor was onduidelijk.
Het debat had mijn zorgen over de radicaalislamitische stroming in IJburg in elk geval niet kunnen wegnemen. De verantwoordelijke instanties hadden me zeker niet gerustgesteld. Met een radicale moskee lijkt de wijk een prima voedingsbodem voor radicaliserende jongeren. Hopelijk houdt de AIVD een oogje in het zeil.