De Tweede Kamerverkiezingen brachten een journalist van de Belgische zender VRT naar Amsterdam-IJburg, voor een bezoek aan mij. Hij wilde me interviewen over mijn stem op de PVV. De journalist was bijzonder hoffelijk en beleefd. Hij had snoep voor me meegenomen. Hij had het interview in de Volkskrant over de hoogopgeleide PVV-stemmer gelezen. Die middag wandelden we door de wijk. Ik kreeg een zender op mijn revers. Als snel had ik de indruk dat hij de materie niet had voorbereid. Elke regie ontbrak. Ik nam de regie en liep met hem door mijn straat richting de moskee. Ik vertelde over de wijk.
De journalist vond het er ‘heel gezellig’. Ik voelde rebellie in me opkomen. We passeerden een probleempark, waar eerder een Johan Cruyff Court (JCC) was geplaatst en dat nu was omgetoverd tot speelplaats voor allochtone jongeren, die 24-7 met subsidie moesten worden beziggehouden. Veel kinderen meden het park vanwege de harde sfeer. Al verschillende keren waren in de sociale huurhuizen die we passeerden invallen geweest van arrestatieteams. Op één bewoner na had niemand bij de huizen planten staan. De bewoner had me verteld dat hij tussen allemaal asociale gezinnen was komen wonen. Eerder had hij in Osdorp gehuurd; hij dacht dat hij met IJburg een betere woonwijk had gevonden. Het bleek er minstens zo slecht als daar. Ik vertelde de journalist dat veel wat in IJburg misging onder de pet werd gehouden, omdat men bang was voor reputatieschade. Die avond werd het item op de Belgische tv uitgezonden. Ik liet het aan mijn zusjes zien: ‘Vreselijk’. Nee hoor, schreven ze. ‘Je zag er hartstikke goed uit. Alleen correspondeerden de beelden misschien niet met je woorden.’
De dag erna plaatste het door woningcorporaties gesponsorde IJburg TV het item op haar Facebookpagina. Het werd tientallen malen gedeeld en vrijwel iedereen sprak er schande van. Ik werd een ‘gek’ genoemd.
De lokale zender AT5 dook er bovenop. Ze belden die middag dat de stadsreporter in IJburg was en dat ze bij me wilde langskomen. Ik zei: ‘Fijn dat jullie me de kans geven voor wederhoor.’ Ze zou direct komen. Eindelijk belde de jonge vrouwelijke verslaggever aan. Ze wilde het gesprek buiten doen en ze liep zonder een woord te wisselen voor me uit. Ik volgde haar naar het aangrenzende park. De Surinaamse cameraman wilde niet me praten. Ze zetten me in de snoeiharde wind en in de schaduw. Ik werd duidelijk uit mijn comfortzone gehaald. De poolwind woei de haren in mijn gezicht. De verslaggever vuurde vragen op me af.
Die avond werd het uitgezonden. Niks wederhoor; het was eerder een openbare schandpaal. Ik was als enige criticaster van de wijk gezet tegenover bewoners ‘die iets van hun leven willen maken’ en een vertegenwoordiger (PvdA) van stadsdeel Oost . Voorafgaand aan het bezoek van de stadsreporter was er kennelijk overleg met het stadsdeel geweest. Ik twijfelde aan de integriteit van de Amsterdamse nieuwszender. Volgens AT5 waren de ‘bewoners niet zo blij met het grimmige beeld dat er van hun wijk werd geschetst.’ Ik zag mezelf terug, een vrouw, die worstelde met de koude wind, in de schaduw. Ze oogde grauw alsof ze op sterven lag. Wederom volgden vele scheldpartijen, onder andere op mijn Messenger. Ik werd door een bewoner op Facebook een ‘zielig hoopje heksenvlees’ genoemd. De lokale zender had een heksenjacht tegen me ontketend, een PVV-stemmer in IJburg. In Amsterdam leek dit ongestraft te kunnen. Een bewoner maakte op straat van de gelegenheid misbruik, om me te dwingen een foto van mijn blog te halen.
Gelukkig ontving ik ook mails van mensen die me moedig vonden en zeiden dat ze zelf al die haat niet zouden kunnen verdragen; het was de prijs die je betaalde als je de feiten benoemde. Op straat werd ik herkend. Bewoners glimlachten. Een buurman verderop zei dat hij het voor me had opgenomen. Hij was door Marokkaanse jongeren op straat geschopt en had geen aangifte gedaan uit angst voor vergelding. Hij vertelde dat een buurvrouw na intimidaties en inbraken door Marokkaanse jongeren van IJburg was verhuisd. Een ondernemer in het winkelcentrum vertelde ongevraagd over de allochtone, criminele jongeren die zijn winkel visiteerden en leegroofden. Ik kreeg bijval van twee allochtone dames in het winkelcentrum, ‘De wijk ging zienderogen achteruit.’ Het openen van een heksenjacht op criticasters van de multiculturele samenleving lijkt in Amsterdam een nieuwe taak van de journalistiek.